Interview met Maartje Claassen-Eradus, directeur van Sara Robotics
Robot Sara is één van de weinige zorgrobots die je in de ouderenzorg in Nederland tegenkomt. In Nederland wordt de robot op de markt gebracht door Sara Robotics. Ik sprak directeur Maartje Claassen – Eradus die vanaf het begin bij het bedrijf is betrokken.
“Het was geen bewuste keuze om iets met robots, of speciaal deze robot te gaan doen”, vertelt Maartje. “Ik werkte bij Brightcape die de robot in huis had gehaald. Op een bepaald moment was het beter om de robot in een apart bedrijf onder te brengen. Van dat bedrijf ben ik nu de directeur. Maar ik wilde en wil nog steeds heel bewust iets doen met technologie in de zorg en innovatie met maatschappelijke betekenis en daar past de robot prima bij. En uiteraard geloof ik heilig in Sara. Er zijn nog wel wat stappen te zetten maar dat maakt het ook super interessant. De veranderende markt is een enorme uitdaging en dat maakt het ook zo leuk om daar samen met anderen aan te werken.”
Sara Robotics is een startup. Een groot deel van de werkzaamheden van Maartje bestaan uit het binnenhalen en borgen van financiering om ontwikkeling en groei mogelijk te maken en te zorgen dat Sara Robotics niet afhankelijk is van investeerders. In maart van dit jaar kwam het nieuws naar buiten dat de Brabantse Ontwikkelmaatschappij (BOM) en Hertek investeringspartners van Sara Robotics zijn geworden. En onlangs is Sara Robotics een samenwerking aangegaan met Mentech, die makers van de Hume, een sok met een sensor die vroegtijdig stress kan signaleren. De sok is met name relevant voor mensen die zelf niet kunnen aangeven of ze stress ervaren, zoals mensen met een verstandelijke beperking of dementie. De twee bedrijven zitten nu zelfs in hetzelfde pand om optimaal van elkaars kennis te profiteren en om samen een volgende stap te zetten in de samenwerking tussen beide producten. De Hume die stressopbouw meet en vervolgens de robot inschakelt om een interventie op maat uit te voeren zodat de stress weer afneemt. Zover is het nog niet. Samen met Zorggroep Elde Maasduinen en Ipse de Bruggen starten binnenkort de eerste onderzoeken in de praktijk om meer inzichten hierover te krijgen.
Het aanbod van zorgrobots voor de ouderenzorg is nog erg beperkt. Er zijn niet zoveel bedrijven als Sara Robotics die een robot op de markt brengen met bijhorende software die geschikt is voor ouderen. Maartje: “Hopelijk komen er meer bedrijven zoals wij en langzaamaan gebeurt er ook wel wat. Je hebt nu bijvoorbeeld Robotctrl die het platform van Phi, de robot die bij Philadelphia is ontwikkeld, naar de markt proberen te brengen. Maar het gaat nog niet zo snel. We verwachten ook misschien nog te veel van robots. Dat ze autonoom functioneren en heel veel dingen kunnen. De technologie is nog lang niet zo ver als we zouden willen of denken en als dat wel zo was is de vraag of de markt er klaar voor is. Samen met de markt de robot volwassen maken is ingewikkeld, zeker om je bedrijf overeind te houden, maar het is vooral ook heel erg leuk.”
Robot Sara is ruim één meter hoog en heeft enigszins menselijke vormen. Een hoofd met oogjes, armpjes en een romp. Sinds kort is er ook Sara Drive die kleiner is en autonoom kan navigeren. Sara Robotics maakt de software die op bestaande hardware wordt gezet. Robot Sara is daar een voorbeeld van. Het is hardware die gewoon te koop is. Omdat de software van Sara de hardware ontgroeit, is Maartje op zoek naar een nieuwe robot. Maartje: “Robots komen uit verschillende werelddelen maar vooral uit Azië op dit moment. Met alle geopolitieke toestanden is dat best spannend. Als je iets uit China haalt moet alles goed gecontroleerd worden om te zien of we de privacy van onze gebruikers kunnen garanderen. Hardware uit eigen continent zou mooi zijn. Korte levertijden, geen geopolitieke problemen. We onderzoeken daarom ook met regionale partijen of we samen een robot kunnen ontwikkelen. Maar het duurt nog wel even voor we iets hebben dat we kunnen gaan inzetten. In België zit ook een bedrijf dat robots uit het buitenland haalt en daar software op zet. Daar praten we ook veel mee. Maar echt veel sociale betaalbare robots zijn er niet. En zeker niet met een beetje menselijk uiterlijk zoals Sara. Die zouden we het liefst willen.”
In de laatste maanden heeft de komst van ChatGPT de wereld aardig op zijn kop gezet. Je zou denken dat dat ook voor de robotwereld gevolgen heeft. Onlangs was in het nieuws dat onderzoekers van de TU Delft een robot hebben ontwikkeld met behulp van ChatGPT. Kunnen we ChatGPT niet gewoon vragen om programmeercodes te schrijven of om mee te denken over de ontwikkeling? Maartje: “Kunstmatige intelligentie biedt zeker kansen maar we moeten ook kritisch zijn. Onze gebruikers zijn kwetsbare mensen. Ethisch besef zit in de genen van iedereen in ons bedrijf. We denken allemaal na over de keerzijde van ontwikkelingen, continu bij alles wat we doen. Wat vinden we ervan als de robot meeluistert? Moeten we dat wel of niet doen? En zo ja, dan moet het veilig en verantwoord kunnen.
Chatgpt maakt ons enthousiast maar we blijven opletten natuurlijk. We zijn al langere tijd bezig om steeds meer kunstmatige intelligentie aan Sara toe te voegen. Vooral voor gezichtsherkenning en bij de profielen waarmee we ervoor willen zorgen dat de juiste content geautomatiseerd bij de juiste cliënt terecht komt. Ik geloof echt dat spraak een heel belangrijke rol kan spelen. Alleen bij veel spraakgestuurde systemen zie je dat je eerst een vraag moet stellen en pas dan een antwoord krijgt van de robot. Maar in de zorg wil je eigenlijk dat de robot het gesprek aangaat en niet reageert op een vraag. En nog mooier zou het zijn als de robot reageert op gedrag. Of op een reactie of juist de afwezigheid van een reactie als iemand in zichzelf gekeerd is. Samen met Mentech zijn we hiermee bezig. We willen software ontwikkelen die gedrag herkent en er de juiste interventie bij uitvoert. We trainen en leren de robot dit.”
Hoewel er wordt nagedacht over een kleine robot die ook thuis gebruikt kan worden zijn de doelgroepen van Sara Robotics toch vooral mensen met dementie of een verstandelijke beperking in een intramurale setting. “We zijn een klein bedrijf en kunnen niet alles. We richten ons ook niet op een andere sector. De sector langdurige zorg is al groot genoeg en daar gaat ook nog heel veel gebeuren de komen jaren. Het is daarom ook leuk om als bedrijf daarin mee te groeien en eraan bij te dragen.”
Als directeur van Sara Robotics kent Maartje de meeste andere robotbedrijven in Nederland. Ze zien elkaar als collega’s die elkaar versterken. “Iedereen die iets goeds doet met robots is ook goed voor mij. De zorg is een moeilijke markt. De doorlooptijden zijn lang. Het is fijn om ervaringen te kunnen delen. En door te sparren met andere robotbedrijven, ook uit andere sectoren kun je veel leren. Niet alleen over de hard- en software maar ook over de marktbenadering.”
Maartje pleit ervoor dat de technologie die nu wordt ingezet veel beter op elkaar aansluit. Neem Tinybot Tessa. Als iemand met dementie die, toen ze nog zelfstandig thuis woonde, eerst een Tessa heeft gehad en daaraan is gewend, later in het verpleeghuis Sara tegenkomt, zou het in gebruik eenzelfde herkenbare structuur moeten zijn. Dat is nu niet zo. Maartje heeft een duidelijk advies: “Tijdens je ouderenreis moet je niet steeds met andere technologieën in aanraking komen die ook nog steeds anders werken. Want dan gaat het niet lukken. Er zijn bepaalde standaarden nodig. Dat die ontbreken is mijn grootste frustratie. Dat zouden we toch van de grond moeten krijgen? Eén technologietaal tijdens de ouderenreis. Je moet je eigen business doen maar het blijft me bezighouden. Alzheimer Nederland doet een oproep voor meer technologie maar ik zou liever zien dat ze zouden zeggen: dit zijn de voorwaarden! Het kost nu veel geld om later weer alles aan elkaar te plakken.
Zelf proberen we onze software ook zo te bouwen dat we met zoveel mogelijk systemen kunnen koppelen, zoals met domoticasystemen of ecd’s. Dus alles voor de medewerkers die het moeten gebruiken in één app op één device. Zo wordt de techniek onderdeel van je team. Maar zover is het nog niet. De zorgdomoticawereld is heel divers.”
Hoe ziet de robotwereld er over 5 of 10 jaar uit? Wat is dan de rol van robots in de zorg? Maartje vindt de visie van Philadelphia mooi: voor iedereen, zowel cliënten als medewerkers, een persoonlijke buddy in de vorm van een robot die kan ondersteunen. Dat kan een chatbot, avatar of fysieke robot zijn. Voor verschillende behoeftes zullen verschillende robotoplossingen nodig zijn. De robots worden onderdeel van een team, in combinatie met andere technologieën. En ze zijn dus ondersteunend. Ze gaan voorlopig de wereld en ook de zorg echt niet overnemen. Maar over 5 jaar zouden robots wel al echte goede ondersteuners van medewerkers en cliënten kunnen zijn.
Volgens Maartje is duidelijk wat er moet gebeuren om robots echt verder te brengen. Ze komt terug op de ouderenreis die ze eerder ter sprake bracht. Technologie wordt nu laat, te laat, geïntroduceerd in iemands leven. Vaak pas zelfs als iemand al een gevorderde vorm van dementie heeft. Hoe eerder in de zorgketen iemand al vertrouwd raakt met technologie, hoe beter. Ook voor bedrijven, daarom sneuvelen er nu ook veel. “Vooraan in de ouderenreis starten met technologie. Bijvoorbeeld met de Genus Care, daarna een Tessa en nog later een Sara. Met als voorwaarde eenduidige bedieningsstandaarden. Ik zou ook alles zelf kunnen gaan maken, een eigen lijn ontwikkelen. Maar die kennis heb ik niet, het kost heel veel geld en de spullen zijn er al. Hoe mooi zou het zijn als iedereen hier een rol in kan pakken.
Ook investeerders zouden hier meer mee moeten doen: niet losse leveranciers financieren maar investeren in de gemeenschappelijkheid van een platform.”
In de langdurige zorg is er nog niet zo veel technologie ontwikkeld waarvan bewezen is dat het werkt. Veel producten zijn nog niet volwassen. Daarvoor is geld nodig. Maartje merkt ook dat het ontwikkelen van robot Sara helaas vooral gaat over investeren in geld en tijd. “Zorgkantoren zouden eerder over de brug moeten komen om technologische ontwikkelingen mee te financieren. Ze vragen nu eerst om resultaten van bijvoorbeeld 50 cases. Ik snap dat wel maar geen instelling heeft geld voor 50 robots. Het is een beetje een kip-ei-verhaal. Daarom zijn we blij met de samenwerking die we onlangs zijn gestart met Zorggroep Elde Maasduinen, Ipse de Bruggen, het Leids Universitair Medisch Centrum én zorgkantoor VGZ om een emotie-intelligentie robot te ontwikkelen. We hebben elkaar nodig.”
Maartje ziet de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet: “Als je ziet hoe de zorg ‘gegroeid’ is op het gebied van robots, ben ik positief. 3 jaar geleden op de Zorg & ICT beurs werd er nog best lacherig gedaan over onze robots en hoorden we alleen maar flauwe grappen over of Sara ook kon stofzuigen. Nu hebben we echt andere gesprekken over de betekenis van robots en wat de kansen zijn. We groeien er samen naar toe. Wij bestaan nog niet eens vijf jaar dus ik geloof wel dat er in vijf jaar veel kan gebeuren. ChatGPT ging ook zo snel. Wie weet wat er nog meer gebeurt!”