Mensen worden robots, robots worden mensen – Mike van Rijswijk

Samenvatting en review

De schrijver van het boek Mike van Rijswijk noemt zichzelf futuroloog. In die hoedanigheid probeert hij de toekomst zo goed mogelijk te voorspellen en in te schatten. In zijn boek Mensen worden robots, robots worden mensen (2021), laat hij zijn licht schijnen op de toekomst van sociale robots.

Het meest bekende sociale-robot-project in Nederland wordt uitgevoerd bij Philadelphia, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Van Rijswijk is hier van begin af aan bij betrokken. Robot Pepper wordt ingezet om structuur en ondersteuning te bieden aan de cliënten. Maar Phi, zo wordt de robot genoemd, blijkt een maatje te worden waarvan het moeilijk afscheid nemen is.
Op het gebied van robotisering is sociale robotica een deelgebied dat volop in ontwikkeling is, met name ten gevolge van wat Van Rijswijk het technologisch sneeuwbaleffect noemt, een versnelling die optreedt als verschillende technologieën samenkomen die elkaar versterken. De zorg is een belangrijk toepassingsgebied maar niet het enige.
Van Rijswijk ziet vier belangrijke elementen in de huidige ontwikkeling van robotica:

  1. Hardware die steeds sneller en kleiner wordt.
  2. Kunstmatige intelligentie die steeds slimmer wordt.
  3. De betrokkenheid van de samenleving bij de ontwikkelrichting van hard- en software.
  4. Ontstaan van meerdere lagen van de werkelijkheid door onder andere VR en AR.

Als deze lijnen samenkomen in een robot in combinatie met de toenemende acceptatie van robots als onderdeel van de maatschappij, ontstaan er heel veel mogelijkheden. De grote uitdagingen zitten niet in de techniek, maar in de verantwoordelijkheden die erbij horen.

Van Rijswijk beschrijft vervolgens 14 technologische ontwikkelingen die afzonderlijk al grote mogelijkheden en gevolgen kunnen of zullen hebben, maar die als ze samenkomen – zoals regendruppels op een raam die bij elkaar komen en tot stroompjes regenwater leiden wat hij het regendruppelprincipe noemt – ongekende en onbekende gevolgen hebben.
Stel dat alles uitkomt, wat dan? Van Rijswijk waarschuwt de lezer zeker niet te denken dat het zo snel niet zal gaan. Stel dat het nog 50 jaar duurt, dan nog moeten we er nu al over na geen denken. Hij voorspelt dat er over 50 jaar heel goed robots kunnen zijn die denken, rondlopen en acties uitvoeren. Maar over 25 jaar zou dat ook al het geval kunnen zijn want de regendruppels die je hiervoor nodig hebt en die moeten samensmelten, bestaan al. We moeten zorgen dat we weten wat er staat te gebeuren over 10, 20 of 30 jaar. Anders overkomt het ons en staan we ernaar te kijken.

Review
Van Rijswijk schetst in een notendop een aantal belangrijke technologische ontwikkelingen en relevante maatschappelijke factoren die ervoor gaan zorgen dat sociale robots de komende jaren een steeds grotere, zichtbaardere rol in ons leven en onze maatschappij gaan spelen. Het boek is eigenlijk vooral een handig naslagwerkje met uitleg over bijvoorbeeld de Wet van Moore, Singularity, computer vision, zelfrijdende auto’s, spraakassistenten en spannende voorbeelden van wat er mogelijk gaat zijn. Het is goed leesbaar, geen dikke pil, leuke voorbeelden. Op de vragen wat de rol van sociale robots wordt, bijvoorbeeld in de zorg, wat de gevolgen zijn of hoe we ermee om moeten gaan gaat Van Rijswijk echter nauwelijks in. Ook beschrijft hij niet wat de ervaringen zijn bij Philadelphia en wat we daarvan kunnen leren of welke andere sociale robots nu al worden ingezet. Het blijft aan de oppervlakte en daar is op zich niks mis mee als je je snel een beeld wilt vormen van wat er zoal gebeurt op het gebied van technologie en ook robotica (in die volgorde). Zoek je – zoals ik – naar nieuwe inzichten over hoe we met robots moeten omgaan of welke vragen we zullen moeten gaan beantwoorden, of wat daarvoor oplossingsdenkrichtingen zijn, dan helpt het boek je daarmee niet verder.

ISBN 978-94-92528-75-9