In Zorgvisie en Skipr las ik deze week drie artikelen over robots. Het bleek over drie totaal verschillende ‘robots’ te gaan. Mooie aanleiding om eens stil te staan bij de vraag wat een robot nu eigenlijk is.
Het eerste artikel had de meest spannende titel: Saxenburgh gebruikt robot voor overdracht patiënt naar thuiszorg‘. Ik zag het al voor me. Een robot die een koffertje draagt en met de patiënt mee naar huis gaat en de thuiszorg instructies geeft. Dat beeld bleek niet te kloppen. Het ging namelijk over een zogenaamde RPA, oftwel Robotic Proces Automation. Een geautomatiseerd administratief werkproces. Het tweede artikel ging over een medische inpakrobot, R-Appit. Op de foto bij het artikel zijn twee robotarmen te zien die medische instrumentensets inpakken. Autonoom maar geprogrammeerd. Het derde artikel ging over het Jeroen Bosch Ziekenhuis dat een tweede robot gaat inzetten en daarmee het aantal operaties gaat uitbreiden. Een operatierobot dus. Waarbij een chirurg als een soort tele-operator robotarmen bestuurt. Drie totaal verschillende robots waarbij het moeilijk is een gemene deler te onderscheiden. En die wordt nog moeilijker te vinden als je de knuffelrobots, serveerrobots, happybots, hospitality robots, grasmaairobots, stofzuigerrobots, slaaprobotkussens en chatbots erbij betrekt.
Ons beeld en gevoel bij een robot is vooral gebaseerd op films en tv-series. Mensachtige vormen, iets met metaal, gevoelloos, vaak gevaarlijk – zeker als ze zo slim worden dat ze in opstand komen tegen de mens – en soms lief en aandoenlijk zoals Robin van Bassie en Adriaan en Wall-e. In onze spreektaal refereren we vaak aan robots als we het hebben over het doen van eentonig en geestdodend werk of als we iets op een gevoelloze manier verplicht uitvoeren. Ook hier is een gemene deler moeilijk te vinden.
Vaak worden robots in één adem genoemd met kunstmatige intelligentie. Het is echter niet hetzelfde. De kunstmatige intelligentie kan gebruikt worden om de robot te besturen of aan te sturen. Daarmee is de hardware van de robot als het ware een instrument van kunstmatige intelligentie en heeft de kunstmatige intelligentie mogelijkheden om in de fysieke wereld iets uit te voeren. Als we het hebben over robots die slimmer worden dan mensen of zich tegen de mens gaan keren, hebben we het eigenlijk over de kunstmatige intelligentie.
Tik in je zoekmachine in “wat is een robot” en je vindt heel veel verschillende antwoorden. Kortom, er is eigenlijk niet één definitie. In mijn presentaties hanteer ik in plaats daarvan een lijstje met kenmerken:
- Programmeerbaar
- Kan autonoom taken uitvoeren
- Kan reageren op omgevingsfactoren
- Hardware (dus een tastbare verschijningsvorm)
- Kan autonoom in de ruimte bewegen
- Steeds vaker heeft een robot kunstmatige intelligentie en is daarmee ook leerbaar.
En als je het hebt over mijn domein, de sociale robots, voeg ik eraan toe dat de robots interacteren met mensen en voor een sociaal doel worden ingezet. Als ik dit loslaat op de eerder genoemde robots in dit artikel vallen RPA’s, tinybot Tessa en happybot Felix af. Het zijn volgens mijn kenmerkenlijstje geen robots. Maakt het iets uit? Ligt eraan. In het dagelijkse leven gaat het om de functionaliteit van dat wat we robot noemen, niet om hoe we het noemen. Als het gaat om onderzoek naar de interactie tussen mens en robot wel. Dan is het noodzakelijk om een afgebakend onderzoeksdomein of eenduidig begrippenkader te hanteren om verwarring te voorkomen en tot bruikbare resultaten en adviezen te komen. Als het gaat om wet- en regelgeving over robots is het zeker belangrijk dat duidelijk is wat we met robots bedoelen en waarop beperkingen en voorschriften van toepassing zijn. En tot slot, voor mij is het handig om houvast te hebben bij het onderhouden van deze website.